bezwetend
- be·zwe·tend
vervoeging van: | bezweten |
verbogen vorm: | bezwetende |
bezwetend
- onvoltooid deelwoord van bezweten
- Sommige stukjes zijn zwaar heftig en moet ik bezwetend en vloekend beklimmen om vervolgens weer met een noodgang naar beneden te vliegen. [1]
- Het woord 'bezwetend' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ "Marrewijk, L. van"Mijn verbazing over Frankrijk's schoonheid is groter geworden" in: Katwijk Speciaal jrg. 26 nr. 37 (13 september 2016); p. 13 kol. 2/3; geraadpleegd 2018-10-15