bewijsmiddel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·wijs·mid·del
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bewijs en middel [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bewijsmiddel | bewijsmiddelen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het bewijsmiddel o
- alle gegevens die vereist zijn voor de oordeelsvorming van de rechter
- In het civiele recht is een bewijsmiddel informatie die zekerheid geeft over de door de partijen gestelde feiten, in het strafrecht is het de informatie die aantoont dat de verdachte datgene gedaan heeft waarvan hij wordt beschuldigd.
- Het GVB voert sinds oktober een halfjaarlijkse proef uit met een spuugkit bij bespuugde medewerkers in politiedistrict Meer en Vaart. Dit houdt in dat het speeksel van de dader, en het DNA dat daaruit voortkomt, voor twaalf jaar wordt opgeslagen in een databank. D66 en GroenLinks stelden naar aanleiding hiervan vragen. In een schriftelijk antwoord schrijft de raad deze week dat het opslaan van DNA toegestaan is: het wordt slechts als ondersteunend bewijsmiddel door het OM gebruikt, samen met de aangifte van het slachtoffer, camerabeelden en eventuele getuigenverklaringen. [2]
Gangbaarheid
- Het woord bewijsmiddel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bewijsmiddel" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC 11 december 2015
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be