bewiesten
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·wies·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bewiesen |
bewiesten
- meervoud verleden tijd van bewiesen
- Wij bewiesten.
- Jullie bewiesten.
- Zij bewiesten.
- Wij bewiesten.
Gangbaarheid
- Het woord bewiesten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.