bewerkstelligt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·werk·stel·ligt

Werkwoord

vervoeging van
bewerkstelligen

bewerkstelligt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bewerkstelligen
    • Jij bewerkstelligt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bewerkstelligen
    • Hij bewerkstelligt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bewerkstelligen
    • Bewerkstelligt!