bevoorraadt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bevoorraadt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·voor·raadt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bevoorraden |
bevoorraadt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevoorraden
- Jij bevoorraadt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevoorraden
- Hij bevoorraadt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bevoorraden
- Bevoorraadt!