bevlekt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·vlekt
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van bevlekken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
bevlekken

bevlekt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevlekken
    • Jij bevlekt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bevlekken
    • Hij bevlekt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van bevlekken
    • Bevlekt! 
vervoeging van: bevlekken…
verbogen vorm: bevlekte

bevlekt

  1. voltooid deelwoord van bevlekken
Antoniemen

Gangbaarheid