betrekkelijke

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·trek·ke·lij·ke

Bijvoeglijk naamwoord

betrekkelijke

  1. verbogen vorm van de stellende trap van betrekkelijk
     De betrekkelijke stilte die er heerste was een oase van rust vergeleken bij de afgelopen uren waarin de tweeling als vanouds voor kabaal had gezorgd. Deze avond waren zij drukker dan gewoonlijk geweest.[1]
     Waarschijnlijk viel het tegen vanwege haar betrekkelijke onbevangenheid, dacht Chantal toen ze een vrachtwagen inhaalde.[1]

Verwijzingen