beproefbaar

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  beproefbaar    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• be·proef·baar

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van beproefbaar met het achtervoegsel -baar

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	beproefbaar	beproefbaarder	beproefbaarst
verbogen	beproefbare	beproefbaardere	beproefbaarste
partitief	beproefbaars	beproefbaarders	-

Bijvoeglijk naamwoord

beproefbaar

1. van iets dat je het kunt testen

   • Zijn wilde plannen zijn zo kostbaar en gevaarlijk dat ze niet beproefbaar zijn. 

Gangbaarheid

• Het woord 'beproefbaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.