belikt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·likt
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van belikken: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
belikken

belikt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van belikken
    • Jij belikt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van belikken
    • Hij belikt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van belikken
    • Belikt! 
vervoeging van: belikken…
verbogen vorm: belikte

belikt

  1. voltooid deelwoord van belikken

Gangbaarheid