belachelijkers

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  belachelijkers    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• be·la·che·lij·kers

Bijvoeglijk naamwoord

belachelijkers

1. partitief van de vergrotende trap van belachelijk

   • Dat is iets belachelijkers... 

Gangbaarheid

• Het woord belachelijkers staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.