behuwdvaders

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·huwd·va·ders
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de behuwdvadersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord behuwdvader
     (…) — bloedverwanten verzaakten hunne bloedverwanten, schoonzonen hunne behuwdvaders, slaven, zelfs onder het pijnigen, hunne meesters niet; (…)[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 21 februari 2020 Weblink bron
    M.C. van Hall
    Redevoering over het wijsgeerige en karaktermatige van Tacitus als geschiedsschrijver in:
    N.G. van Kampen (ed.)
    Magazijn voor wetenschappen, kunsten en letteren, jrg. 1 deel 6 (1826), P. Meyer Warnars, Amsterdam, p. 19