behoje
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·ho·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | behoje | behojes |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (Jiddisch-Hebreeuws) vrouwelijk schaamdeel
Gangbaarheid
- Het woord 'behoje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.