beglaasde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·glaas·de
Bijvoeglijk naamwoord
beglaasde
- verbogen vorm van de stellende trap van beglaasd
Werkwoord
vervoeging van |
---|
beglazen |
beglaasde
- enkelvoud verleden tijd van beglazen
- Ik beglaasde.
- Jij beglaasde.
- Hij, zij, het beglaasde.
- Ik beglaasde.
Gangbaarheid
- Het woord beglaasde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.