Naar inhoud springen

begå

Uit WikiWoordenboek
  • be·gå
  • Afgeleid van het Noorse werkwoord met het voorvoegsel be-.
vervoeging
onbepaalde wijs begå
tegenwoordige tijd begår
verleden tijd begikk
voltooid
deelwoord
begått
onvoltooid
deelwoord
begående
lijdende vorm begås
gebiedende wijs begå
vervoegingsklasse onregelmatig
opmerking

begå

  1. overgankelijk plegen, begaan
    «Og ran i Oslo blir begått av barn helt nede i 12 års alder, viser sjokkrapport om unge lovbrytere.»
    En roofovervallen in Oslo zijn door kinderen ver beneden de leeftijd van 12 jaar gepleegd, toont het schokkende rapport over jonge wetsovertreders.