beenden af

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • been·den af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afbenen

beenden (...) af

  1. meervoud verleden tijd van afbenen
    • Wij beenden af. 
    • Jullie beenden af. 
    • Zij beenden af. 

Gangbaarheid