Naar inhoud springen

beeft

Uit WikiWoordenboek
  • beeft
vervoeging van
beven

beeft

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beven
    • Jij beeft. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beven
    • Hij beeft. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van beven
    • Beeft! 
     Maar het valt hem zwaarder dan verwacht: de eerste dagen transpireert hij als waren zijn klieren veranderd in lekkende kranen, daarbij is hij misselijk en beeft hij de hele dag door, krijgt het snikheet en dan weer stervenskoud, en dat terwijl hij onbedaarlijk trilt.[1]
  1. Safae el Khannoussi
    “Oroppa” (2024), Uitgeverij Pluim op Wikipedia, ISBN 9789493339125