bediscussieerbaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·dis·cus·si·eer·baar
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van bediscussieren met het achtervoegsel -baar
Bijvoeglijk naamwoord
bediscussieerbaar
- waarover discussie mogelijk is
- De Nederlandse militairen die van 2003 tot 2005 hebben meegewerkt aan een missie in Irak, opereerden aanvankelijk onder een „mager en bediscussieerbaar” volkenrechtelijk mandaat. [1]
Gangbaarheid
- Het woord bediscussieerbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ NRC 14 september 2010