bange
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ban·ge
Bijvoeglijk naamwoord
bange
- verbogen vorm van de stellende trap van bang
- ▸ In plaats van twee bange muisjes werd hij geconfronteerd met een standvastig duo van wie er één als een getergde leeuw van zich afbeet.[1]
Verwijzingen
- ↑ “ (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht, ISBN 90-229-9182-2