bamba

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bam·ba
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bamba bamba's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

bamba m

  1. rondedans die gedanst wordt op La Bamba van Richie Valens
     de bamba: rondedans waarbij de mensen in de cirkel plaats wisselen met iemand op de cirkel na het geven van drie kussen of – test uw lief – een innige kus. Wordt normaliter enkel gedanst op het lied ‘la bamba’. (Een lange bamba start met ‘la bamba’ en kan eventueel verder gezet worden met even ritmische muziek.) De kuskesdans wordt door een goede DJ steeds vervolgd door een slow, zodat eventuele amoureuze intenties verder uitgetest, ontwikkeld, uitgediept,… kunnen worden.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

36 % van de Nederlanders;
58 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. bamba op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink Weblink bron
    Georges Grootjans
    “kuskesdans” (29 nov 2019), vlaamswoordenboek.be
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be