bamba
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bam·ba
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bamba | bamba's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
bamba m
- rondedans die gedanst wordt op La Bamba van Richie Valens
- ▸ de bamba: rondedans waarbij de mensen in de cirkel plaats wisselen met iemand op de cirkel na het geven van drie kussen of – test uw lief – een innige kus. Wordt normaliter enkel gedanst op het lied ‘la bamba’. (Een lange bamba start met ‘la bamba’ en kan eventueel verder gezet worden met even ritmische muziek.) De kuskesdans wordt door een goede DJ steeds vervolgd door een slow, zodat eventuele amoureuze intenties verder uitgetest, ontwikkeld, uitgediept,… kunnen worden.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord bamba staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "bamba" herkend door:
36 % | van de Nederlanders; |
58 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ bamba op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Georges Grootjans“kuskesdans” (29 nov 2019), vlaamswoordenboek.be
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be