balanceren uit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ba·lan·ce·ren uit
Woordherkomst en -opbouw
- uit balanceren (werkwoord) en uit, hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitbalanceren |
balanceren (...) uit
- meervoud tegenwoordige tijd van uitbalanceren
Gangbaarheid
- Het woord balanceren uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.