béton
Uiterlijk
- zn: via Oudfrans betun geleend van klassiek Latijn bitumen [1]
- ww: [1] verlan voor tomber
- ww: [2] verlan voor tombé
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
béton | le béton | bétons | les bétons |
béton m
béton
- (spreektaal) vallen
- «Laisse béton!»
- Laat maar zitten! (letterlijk: laat vallen!) [2]
- «Laisse béton!»
- (spreektaal) verliefd (geworden)
- «Depuis qu’il est béton pour sa meuf, on l’voit plus Julien.»
- Sinds hij verliefd is op zijn vriendin, zien we Julien niet meer. [2]
- «Depuis qu’il est béton pour sa meuf, on l’voit plus Julien.»