aromatiseert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aro·ma·ti·seert

Werkwoord

vervoeging van
aromatiseren

aromatiseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aromatiseren
    • Jij aromatiseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aromatiseren
    • Hij aromatiseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aromatiseren
    • Aromatiseert!