archesporium
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ar·che·spo·ri·um
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | archesporium | archesporia |
verkleinwoord | archesporiumpje | archesporiumpjes |
Zelfstandig naamwoord
archesporium
- (plantkunde) plantencel waaruit sporen of vergelijkbare lichamen ontwikkeld worden
Gangbaarheid
- Het woord 'archesporium' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.