apetecer
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Spaans
Uitspraak
Woordafbreking
- a·pe·te·cer
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
apetecer |
apetecía |
apetecido |
volledig |
Werkwoord
apetecer
- onovergankelijk bevallen, aantrekkelijk lijken
- overgankelijk verlangen naar, begeren, zin hebben in
Verwijzingen
- apetecer in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española