antworten
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Duits
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
Naar frequentie | 1344 |
---|
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
antworten /ˈantvɔʁtən/ |
antwortete /ˈantvɔʁtətə/ |
geantwortet /gə'ʔantvɔʁtət/ |
zwak | volledig | hulpwerkwoord: haben |
Werkwoord
antworten