antiracistisch

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·ti·ra·cis·tisch
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen antiracistisch antiracistischer
verbogen antiracistische antiracistischere
partitief antiracistisch antiracistischers -

Bijvoeglijk naamwoord

antiracistisch

  1. (politiek) strijdend tegen de opvatting dat mensen door afstamming kunnen worden ingedeeld in grote groepen met verschillende uiterlijke kenmerken ("ras") en dat zo'n indeling belangrijk is voor het inrichten van de samenleving
     Helemaal aan de andere (linker)kant van het spectrum zit BIJ1. De partij, die in 2017 meedeed onder de naam Artikel1 maar toen geen zetel haalde, wil verbetering "op alle vlakken, maar altijd met een antiracistische blik", zegt kandidaat-Kamerlid Rebekka Timmer (nummer 3 van de lijst). Ze noemt een voorbeeld van het oplossen van het lerarentekort. "Als je niet tegelijk iets doet aan onderadvisering en vooroordelen in het onderwijs, winnen kinderen van kleur en zwarte kinderen niks."[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 21 februari 2023 Weblink bron
    Guus Dietvorst
    “24 nieuwelingen op het stembiljet, deze partijen maken kans op een zetel” (Woensdag 24 februari 2021, 12:09), NOS