anonimiseert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ano·ni·mi·seert

Werkwoord

vervoeging van
anonimiseren

anonimiseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van anonimiseren
    • Jij anonimiseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van anonimiseren
    • Hij anonimiseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van anonimiseren
    • Anonimiseert! 

Gangbaarheid