anonimiseren

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ano·ni·mi·se·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

anonimiseren

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
anonimiseren
anonimiseerde
geanonimiseerd
zwak -d volledig
  1. zorgen dat gegevens over personen niet herleidbaar zijn tot bepaalde individuen; verwijderen van de identiteit
    • Volgens het online nieuwsplatform heeft eurocommissaris Margrethe Vestager bedrijven de mogelijkheid geboden vertrouwelijke informatie in bewijs tegen Google te anonimiseren. Dat is vaak een van de laatste stappen voordat een officiële aanklacht wordt ingediend, zeggen ingewijden, al is het nog niet zeker dat het zo ver komt. [2] 
    • Een heksenjacht is het bij deze krant nooit geweest. Dat we Jansen Steur opsporen in Duitsland is geen sensatiezucht, maar dient een maatschappelijk belang. Het ging immers om een verslaafde specialist die patiënten in het ongeluk had gestort, en waarvan niemand wist of hij veilig werkte. Hij is ook toen met naam genoemd, omdat hij nog steeds geen verdachte was. Toen de arts dat wél werd, was anonimiseren onzinnig geworden. [3] 
    • Volgens KPN vraagt de ACM meer privacygevoelige informatie over medewerkers en klanten dan nodig is om het toezicht op de telecommarkt uit te voeren. Daarom heeft het bedrijf bij twee aanvragen van de ACM besloten de informatie te anonimiseren of de toezichthouder inzage in de informatie te geven zonder persoonsgegevens op schrift te stellen. [4] 

Gangbaarheid

77 % van de Nederlanders;
79 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen