amarre
Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
enkelvoud
|
meervoud
|
zonder lidwoord
|
met lidwoord
|
zonder lidwoord
|
met lidwoord
|
amarre
|
l' amarre
|
amarres
|
les amarres
|
amarre v
- (scheepvaart): meertouw
amarre
- eerste en derde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van amarrer
- eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van amarrer
- tweede persoon enkelvoud gebiedende wijs (impératif présent) van amarrer
amarre
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van amarrar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van amarrar
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van amarrar