Naar inhoud springen

alarmeert

Uit WikiWoordenboek
  • alar·meert
vervoeging van
alarmeren

alarmeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van alarmeren
    • Jij alarmeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van alarmeren
    • Hij alarmeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van alarmeren
    • Alarmeert! 
     Wat me alarmeert is dat ik te helder ben voor zulke verwarring.[1]
     Ondanks de vermoeidheid en de beneveling verkeert zijn lichaam plotseling in een staat van alertheid: er is iets geks aan het licht dat uit het huis komt, in het halletje ruikt het vreemd, maar het is iets anders wat hem alarmeert, iets wat voor de hand ligt maar waar hij nu even niet op kan komen.[2]
  1. Lysanne Hoksbergen
    “Hels paradijs” (2024), De Verhalenfabriek, ISBN 9789461099068
  2. Safae el Khannoussi
    “Oroppa” (2024), Uitgeverij Pluim op Wikipedia, ISBN 9789493339125