aftredende
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aftredende (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·tre·den·de
Werkwoord
vervoeging van: | aftreden |
aftredende
- verbogen vorm van aftredend, het onvoltooid deelwoord van aftreden
Bijvoeglijk naamwoord
aftredende
- verbogen vorm van de stellende trap van aftredend