afrikaniseert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • afri·ka·ni·seert

Werkwoord

vervoeging van
afrikaniseren

afrikaniseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrikaniseren
    • Jij afrikaniseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afrikaniseren
    • Hij afrikaniseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van afrikaniseren
    • Afrikaniseert! 

Gangbaarheid