afgezakte
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·ge·zak·te
Bijvoeglijk naamwoord
afgezakte
- verbogen vorm van de stellende trap van afgezakt
Werkwoord
vervoeging van: | afzakken… |
afgezakte
Gangbaarheid
- Het woord afgezakte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.