afgespat
Uiterlijk
- af·ge·spat
- vervoeging van afspatten: voltooid deelwoord (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling van af bw en gespat ww
vervoeging van: | afspatten… |
verbogen vorm: | afgespate |
afgespat
- voltooid deelwoord van afspatten