afgepreekt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: afgepreekt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- af·ge·preekt
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van afpreken: voltooid deelwoord (van het scheidbare werkwoord), op te vatten als samenstelling van af bw en gepreekt ww
Werkwoord
vervoeging van: | afpreken… |
verbogen vorm: | afgepreekte |
afgepreekt
- voltooid deelwoord van afpreken
Gangbaarheid
- Het woord 'afgepreekt' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.