aders
Uiterlijk
- aders
de aders mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord ader
- ▸ De spieren en aders in zijn nek zwollen op en de vingers van zijn linkerhand waren tot een vuist gebald.[1]
- Het woord aders staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.