addict
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ad·dict
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘verslaafde’ voor het eerst aangetroffen in 1984 [1]
- van het Engels [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | addict | addicts |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
addict m
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord addict staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "addict" herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ "addict" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ addict op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be