accountability
Uiterlijk
- ac·coun·ta·bi·li·ty
- uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | accountability | |
verkleinwoord |
de accountability v
- de plicht om je te verantwoorden voor je handelen
- ▸ "Als centrale bank en toezichthouder zullen wij nooit volledig kunnen beantwoorden aan de eisen van transparantie en accountability. Wij hebben namelijk een wettelijke geheimhoudingsplicht. Die plicht én het besef van transparantie die de samenleving van ons verlangt, leveren ons vaak een worsteling op", zegt Knot.[1]
- Het woord accountability staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Knot: DNB nooit helemaal open” (12 februari 2013, 20:48), NOS