accountability

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ac·coun·ta·bi·li·ty
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord accountability
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de accountabilityv

  1. de plicht om je te verantwoorden voor je handelen
     "Als centrale bank en toezichthouder zullen wij nooit volledig kunnen beantwoorden aan de eisen van transparantie en accountability. Wij hebben namelijk een wettelijke geheimhoudingsplicht. Die plicht én het besef van transparantie die de samenleving van ons verlangt, leveren ons vaak een worsteling op", zegt Knot.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 18 februari 2024 Weblink bron “Knot: DNB nooit helemaal open” (12 februari 2013, 20:48), NOS