aburrirse
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Spaans
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aburrirse |
aburría |
aburrido |
volledig |
Werkwoord
aburrirse
Woordafbreking
- a·bu·rrir·se
- wederkerend
- zich vervelen
- zich ergeren