absoute
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ab·sou·te
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Latijn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | absoute | absouten absoutes |
verkleinwoord | absoutje | absoutjes |
Zelfstandig naamwoord
- een plechtigheid na een uitvaartmis waarin voor de overledene om kwijtschelding van straf wordt gebeden
- De absoute is het laatste deel van de uitvaartmis waarin de lijkkist met wijwater wordt besprenkend en één of meer gedichten worden voorgelezen.
Gangbaarheid
- Het woord absoute staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "absoute" herkend door:
17 % | van de Nederlanders; |
23 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ absoute op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be