aartsbedriegers

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aarts·be·drie·gers
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de aartsbedriegersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord aartsbedrieger
    • Mijn natuurlijke status is die van de argwaan, van het kritisch volgen van de aartsbedriegers die leidsmannen nu eenmaal zijn en van het besef dat geluk de moeite waard is, maar verdomde zeldzaam. [1]

Verwijzingen