aart
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aart
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aren |
aart
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aren
- Jij aart.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aren
- Hij aart.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aren
- Aart!
Gangbaarheid
- Het woord aart staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.