Naar inhoud springen

aanwint

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 12 jan 2020 om 09:34 (top: klemtoon)
  • aan·wint
vervoeging van
aanwinnen

aanwint

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanwinnen
    • ... dat jij aanwint. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanwinnen
    • ... dat hij aanwint.