aanvroeg
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·vroeg
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanvragen |
aanvroeg
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanvragen
- ... dat ik aanvroeg.
- ... dat jij aanvroeg.
- ... dat hij, zij, het aanvroeg.
- ... dat ik aanvroeg.
Gangbaarheid
- Het woord 'aanvroeg' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.