aanvraagt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·vraagt

Werkwoord

vervoeging van
aanvragen

aanvraagt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvragen
    • ... dat jij aanvraagt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanvragen
    • ... dat hij aanvraagt. 

Gangbaarheid