aantoonden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aantoonden (hulp, bestand)
- IPA: / ˈantondə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·toon·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aantonen |
aantoonden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aantonen
- ...dat wij aantoonden.
- ...dat jullie aantoonden.
- ...dat zij aantoonden.
- ...dat wij aantoonden.
Gangbaarheid
- Het woord 'aantoonden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.