aansluitinkje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aansluitinkje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanslœytɪŋkjə / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·slui·tin·kje
Zelfstandig naamwoord
het aansluitinkje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord aansluiting
Gangbaarheid
- Het woord 'aansluitinkje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.