aansloegen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aansloegen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈanslʏxə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·sloe·gen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanslaan |
aansloegen
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanslaan
- ...dat wij aansloegen.
- ...dat jullie aansloegen.
- ...dat zij aansloegen.
- ...dat wij aansloegen.
Gangbaarheid
- Het woord 'aansloegen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.