aanschakelde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanschakelde (hulp, bestand)
- IPA: / ˈansxakəldə / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·scha·kel·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanschakelen |
aanschakelde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanschakelen
- ... dat ik aanschakelde.
- ... dat jij aanschakelde.
- ... dat hij, zij, het aanschakelde.
- ... dat ik aanschakelde.
Gangbaarheid
- Het woord 'aanschakelde' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.