Naar inhoud springen

aanmuntte

Uit WikiWoordenboek
Versie door Snorrebot (overleg | bijdragen) op 13 jan 2020 om 13:13 (→‎top: klemtoon)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • aan·munt·te
vervoeging van
aanmunten

aanmuntte

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van aanmunten
    • ... dat ik aanmuntte. 
    • ... dat jij aanmuntte. 
    • ... dat hij, zij, het aanmuntte.